Broer van Johan Arnold von Clermont

 

Theodor Christian von Clermont 1730-1788 maakte carrière in Berlin waar hij (geheimer ofwel vertrouwelijke) Obertribunalrat was en president van het voogdijcollege. Hij was getrouwd met Juliane Elisabeth Ernestine Stahl en woonde in het huis van zijn schoonvader dokter Georg Ernst Stahl op Unter den Linden. Hiernaast staat de omschrijving in een Berlijns adresboek uit 1770 toen er nog geen huisnummers waren. Sindsdien zijn veel huizen herbouwd, dus het huis zelf is helaas niet meer terug te vinden.

'Hr. Theodor von Clermont, President en Geh. Tribunals-Rath woont in de Neustadt onder de linden in het huis van Stahl.' Een hele mondvol als men geen huisnummer heeft.

Theodor verwierf in 1777 het herengoed Kietz in de Lenzerwische, langs de rivier de Elbe in Brandenburg, zo'n 200 km van Berlijn. Het was een gebouw met drie vleugels en lijkt zoiets als het Von Clermonthuis geweest zijn. Bij het goed behoorden ook herenrechten op de visserij en de jacht. Zijn zoon Ernst erfde het goed en verloor in 1794 een rechtzaak met de omwonenden over de visserijrechten. In hetzelfde jaar verkocht hij het landgoed. De reis van ruim 200 km over de wegen van toen zal ook geen pretje geweest zijn. Het huis is sindsdien onherkenbaar verkleind tot het vier ramen brede restaurant Kietz. Voor meer foto's, ook vanbinnen: https://einzweiterblick.de/haltepunkte-natur-in-der-prignitz-burgwall-kietz/ 

Sophie  & Emma

Theodor en zijn vrouw Ernestine kregen twee zonen, alsook een dochter en een doodgeboren kindje. De oudste zoon en de dochter overleefden hun kindertijd.

Georg Ernst  Friedrich 1764-1840

volgde in zijn vaders voetsporen door ambtenaar te worden. Hij bracht het tot refendaris wat als (kandidaat) hogere ambtenaar wordt vertaald. Daarna is hij waarschijnlijk gaan rentenieren omdat hij als particulier en ondernemer in het adresboek staat. Zijn vader had hem het Gut in Kietz nagelaten, dat hij in 1794 verkocht. 

In 1795 trouwde hij met Susanna Louise Henriette Rodenberg, wiens vader ook president aan het voogdijcollege was geweest. Waarschijnlijk zijn ze later gescheiden, want hij woonde in de 19e eeuw in zijn eentje bij zijn zuster en haar man - de graaf en gravin von Wylich und Lottum - plus hun kinderen in het huis van hun grootvader Dr. Stahl der Jüngere op Unter den Linden in Berlijn. Ernst ex-vrouw Susanna trouwde in 1804 op haar vijfendertigste met de arts Professor Doktor Ludwig Ernst von Koenen en woonde op een ander adres in Berlijn. Van Ernst von Clermont is tot nu toe niet bekend of hij kinderen heeft gekregen.

 

Carl Wilhelm Julius  von Clermont 1866-1868 Berlijn.

 

Magdalene Sophie Ernestine 1772-1843 Berlijn,

trouwde in 1790 met Carl Friedrich Johann Gustav, Graf von Wylich und Lottum 1762-1828, Kammerherr des Königs Friedrich Wilhelm II. Een kamerheer is een soort persoonlijke secretaris van de koning, belast met een specifieke taak, zoals agendaplanning of reisvoorbereiding. De koning had destijds meerdere kamerheren die ook niet altijd dienst hadden. Ze mochten een zichtbaar ereteken dragen: een zilveren of gouden sleutel. Broers en neven van Von Wylich namen eveneens hoge posities in aan het hof, in de regering of in het leger. De graaf van Lottum wordt genoemd in de Journal du Limbourg van december 1839 als partij in een rechtzaak. Hij zou ongeveer 4500 gulden in het von Clermont faillissement verloren hebben. Omgerekend op de site van het International Institute for Social History zou dat nu een bedrag von rond de 45.000 euro zijn.

Kinderen van de Von Wylichs :

               Carl Herman 1792, Reichsgraf von Wylich und Lottum. Sophie Charlotte 1793, 

               Hermine Alexandrine 1796, Emma Constanze 1799, Onbekende dochter 1804, 

               Clementine 1809,  Gustav Adolf, 1812 Reichsgraf von Wylich und Lottum.

              

voorbeeld van een Oostenrijks kamerheer sleutel

Zussen van Johan Arnold von Clermont

 

Elisabeth (Betty) Jacobi-

von Clermont 1743-1784

Friedrich (Fritz) Jacobi 1743-1819

Betty en Fritz Jacobi-von Clermont  woonden bij het familiebedrijf -een suikerfabriek- op het Jacobi familielandgoed in Pempelfort bij Dusseldorf,  waar hij vele vooraanstaande schrijvers, politici en filosofen ontving.  Betty en hij kregen acht kinderen waarvan er vier opgroeiden. 

Gut Pempelfort is nu een onderdeel van gebouw

en park van de kunstenaarsvereniging Malkasten.

 

De Jacobizonen timmerden op eigen wijze  aan de weg. Twee van hen trouwden met von Clermontdochters.

 

Johann Friedrich  1765-1831 was opgeleid om de leiding over de Duitse Von Clermont Lakenfabrieken op zich te nemen en werd daar met zijn 21e al onderdirecteur. Na een jaar trouwde hij met zijn nichtje Luisa von Clermont, waardoor Arnold zijn schoonvader werd. Daarnaast nam Friedrich onder de Fransen en in het Rijnland hoge bestuursfuncties op zich. Zijn laatste jaren was hij vooral literair werkzaam.

 

Georg Arnold 1748-1845 was jurist, landgoedheer op Pempelfort en Regierungsrat in Dusseldorf en trouwde met Caroline von Clermont, dochter van Arnold en Sophie. Zij stierf in het kraambed, hun zoontje bleef leven. Georg hertrouwde twee jaar later met Marie Luise Brinkmann.

 

Maximilian 1775-1858 was na zijn artsenopleiding enige tijd huisarts in Vaals, werkte verder als arts in Engeland, Duitsland en Oostenrijk, en was ook nog als Regerungsrat en Medizinalrat werkzaam in Dusseldorf voordat hij de leiding van het psychiatrische ziekenhuis bij Siegburg op zich nam . Hij was een van de eersten die psychische ziekten als een lichamelijke aandoening benaderde. Hij was getrouwd met Anna Claudius.

 

Clara Franziska (Clärchen) 1777-1849 trouwde met Ludwig Arnold von Clermont jr. 1765-1824, die als lakenfabrikant en -handelaar staat vermeld. In een brief van haar vader Fritz staat dat ze bij hem had gelogeerd op Pempelfort, maar weer naar 'Veels' was, terug naar haar man, de lange Arnold. Later is het echtpaar toch naar Düsseldorf gegaan, gezien zijn graf op het Nordfriedhof aldaar. 

 

Arnolds zus Juliane Katharine von Clermont 1725-1770 trouwde met Johann Arnold Kopstadt 1719-1786 met wie zij via hun beider overgrootvader Huyssen was verwant.

 

Johann Arnold Kopstadt kwam uit een  invloedrijke familie van bestuurders in Essen. Zijn vader was o.a. burgemeester en hij volgde in zijn voetsporen, net als zijn zonen Conrad en Heinrich deden. Van hun kinderen zijn er drie met Von Clermont kinderen getrouwd, wat zich voortzette bij de kleinkinderen. Een aantal Kopstadts hebben in Vaals gewoond, zelfs al waren ze niet allemaal met Von Clermonts getrouwd (de Vaalser Kopstadts zijn onderstreept in de ministamboom hieronder). In wezen waren ze allen ook Von Clermont nakomelingen, maar dan van Juliane Katherine, terwijl Johann Arnold von Clermont hun (oud)oom was. Joh. Karl Kopstadt was tot zijn dood in 1794 één van de directeuren van de Duitse Von Clermontfabrieken.

Op het overzicht hieronder zijn alle Von Clermonts en Kopstadts die in Vaals gewoond hebben onderstreept. Door de vele onderlinge huwelijken staan er een aantal kleinkinderen dubbel vermeld.

Von Clermont en Jacobi lijkt de meest voorkomende verbinding. Maar de verstrengeling met de Kopstadts was sterker. Zeker voor de vierde generatie. De jongste zoon van Johann Arnold Kopstadt, Conrad Kopstadt, moest op latere leeftijd een functie als burgemeester van Essen accepteren om inkomen te kunnen verwerven, hij werd namelijk voor minstens 8000 gulden gedupeerd door het Von Clermontfaillissement. (Nu zo'n 80.000 euro) Dat trof ook zijn erfgenamen, waarvan er twee met een von Clermont kleinkind waren getrouwd. Om over de erfgenamen van zijn Von Clermont echtgenote maar te zwijgen. Men kan dus ook extra verlies lijden door onderling te trouwen.

Essen 1860

 

Kopstadtplatz in Essen, zo genoemd toen Haus Endepoth, het zich in het centrum bevindende Kopstadt Stammhaus was afgebroken.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb